“Op 15 maart zijn de verkiezingen voor de provincie. Inmiddels ben ik alweer vier jaar uw vertegenwoordiger. Ik voel mij vertegenwoordiger van ons nuchtere Westfriesland, waar hard werken nog normaal is en waar goed volk achterom komt. Waar we omkijken naar elkaar en doen wat nodig is. Met die mentaliteit van aanpakken zetten wij sterke bedrijven op, hebben wij een levendig verenigingsleven en zorgen we ervoor dat ook de volgende generatie een toekomst heeft. En dan is het heel normaal dat onze regio voor sommige problemen ook naar de politiek kijkt. Denk aan het versnellen van de woningbouw voor jong en oud.
Bij links is geen plaats voor het platteland
Helaas is het mij nog niet gelukt om mijn collega’s te overtuigen dat investeren in onze regio een slimme zet is. Ik citeer uit wat verkiezingsprogramma’s, zoals bij D66: “In de noordelijke gemeenten van Noord-Holland is geen sprake van een dusdanige bevolkingsgroei dat veel grootschalige woningbouw nodig is.” Nog meer gezelligheid vinden we bij GroenLinks: “De provincie blijft het bouwen buiten bestaande steden en dorpen tegengaan.” Opbeurende woorden dus. En dat terwijl de bevolking in Noord-Holland in 2022 met 1,0 procent groeide en in Westfriesland met 1,2 procent. Als we dan in Andijk, Venhuizen of Abbekerk geen huizen mogen bouwen, zeggen deze partijen feitelijk tegen een pasgeboren kind: welkom hier, u kunt over 20 jaar in Amsterdam wonen.
Wie vertelt het verhaal van onze regio?
Ik voel dan ook de verantwoordelijkheid om voor ons Westfriesland te werken. Want ook hier zijn er te lange wachtlijsten voor huurwoningen en hebben jongeren moeite om hun eerste huis te kunnen kopen. Dan is het heel normaal om meer woningen te bouwen, ook aan de randen van dorpen. Bovendien is vaak geen of minder subsidie nodig op zulke locaties, terwijl voor woningbouw in de stad soms miljoenensubsidies nodig zijn. Daar zijn wij hier op het platteland niet zo hard voor aan het werk.
Bas de Wit
Statenlid VVD”
